The Scene - Blauw (1990)

The Scene - Blauw (1990)HUMO (B) Frank Vander Linden, oktober 1990

Ik bekijk mijn koptelefoon (een Sennheiser van een goed jaar) en een diep gevoel van medelijden overvalt mij. Voor elk brokje Sundays dat ik hem dit jaar heb gevoerd, heb ik hem tien rotplaten doen vreten. Ik heb junk van Toto, Code Industry, Dan Fogelberg, Jon Bon Jovi en Nitzer Ebb door zijn bloedbaan gejaagd; ik heb zijn fragiele bedrading laten aanvreten door gifstoffen van Shakti, Meat Beat Manifesto en Fragment. Hoe blij ben ik thans met dit tegengif van The Scene. 'Blauw' bevat acht songs die naast het veel gedraaide (maar nog lang niet grijsgedraaide) titelnummer kunnen staan. Alleen tegen het stomende 'Iedereen Is Van De Wereld' valt iets in te brengen: maar dan alleen omdat het bijna noot voor noot verloopt zoals de oudere Scene-song 'Ritme' (van de LP 'Rij Rij Rij'). Er is dus dat prachtige 'Blauw' (de single die iedereen kent maar niemand heeft gekocht. Wie koopt er tegenwoordig nog singles? Alleen wie nog geen schaamhaar heeft). Er zijn ook 'De Stem Die Fluistert In De Nacht', 'Sex Of Fantasie' en 'Tijd Is Kort', jachtige rockers ('Opgejaagd' is er ook zo één) die de begrippen Nederland en soul op miraculeuze wijze met elkaar verzoenen. Hoe beschrijf je verder deze Scene? Moeizaam. The Scene speelt rock, maar dat doet Judas Priest ook, dus daarmee kom je niet verder. En zelfs MC Hammer wordt wel eens met soul in verband gebracht. Ik zou zeggen: uit Otis Redding, Stones, Marley, misschien zelfs Cure en duizend andere invloeden heeft Thé Lau zijn eigen Ding geboetseerd; volstrekt unieke Scene-muziek met teksten die blijven hangen (Tiens, hier heb je 'Blauw':  'ik heb vannacht gedronken en gezien / het zien duurt 1 seconde / de gedachte blijft voor altijd / ik heb vannacht gedronken en gezien'). En dan zwijgen we nog - maar we kúnnen niet - over de slows. Lau had al de niet-erkende klassieker 'Het Werk Van God' op zijn naam staan, en voegt daar nu 'Rigoureus' aan toe: men denkt aan het orgel van 'No Woman No Cry', aan slapeloze nachten en aan dat meisje in de vijfde Wetenschappelijke. En aldus denkende, denkt men ook (altijd professioneel blijven!): uitmuntende plaat.


MUSIC MAKER 1990

Je zou het haast niet zeggen, maar Thé Lau draait al bijna twintig jaar mee in de Nederpop. In tegenstelling tot de meeste van zijn leeftijdsgenoten is hij erin geslaagd te overleven zonder zich over te geven aan achteraf bezien 'foute' trends en heeft hij altijd gestaan voor robuuste rock & roll met doorleefde teksten. De enige schokkende wijziging in het afgelopen decennium was dat Lau's groep The Scene overschakelde op de Nederlandse taal. Voor de rest ontwikkelde de muziek van de band zich geheel volgens eigen logica. Met 'Blauw' heeft The Scene voor het eerst de mogelijkheid gekregen om een plaat te maken bij een grote maatschappij, onder naar verhouding ideale omstandigheden. Deze kans blijkt aan The Scene welbesteed. 'Blauw' staat vol met sterke songs en klinkt vergeleken bij de voorgaande platen aanzienlijk beter. Producer Rick de Leeuw (Tröckener Kecks) is er bovendien in geslaagd het rock & roll-karakter van de groep te behouden, iets wat bij de overstap van een independentgroep naar een grote maatschappij vaak verloren gaat. 'Blauw' is wederom een bewijs dat de Nederpop in enkele jaren heel wat volwassener is geworden. «


OOR Jan Vollaard, 6 oktober 1990

Thé Lau is geen wereldzanger. Nu de Bovenmeester van de Amsterdamse Gitaarschool eindelijk de stap heeft durven zetten om alleen nog in het Nederlands te zingen, vormt de geïnspireerde 'rhythm & soul' van The Scene een uitstekend alternatief voor de veilige herhalingsoefeningen van De Dijk of (erger nog) Frank Boeijen, groepen met betere zangers en minder goede ideeën. Als we even door de vingers zien dat het nummer 'Brand' wel héél erg gejat is van Procol Harum's 'Homburg' en dat woorden als misfits en yeah! naar mij gevoel wat merkwaardig klinken in een Nederlandse tekst, dan is 'Blauw' zonder meer een onderdeel van de opleving die de Nederpop op dit moment laat zien. De nummers zijn onverdeeld sterk, rijk aan emotie en trefzeker gearrangeerd, waarbij het fraaie en ongekunstelde orgelspel van oude rot Otto Cooymans niet onvermeld mag blijven. In combinatie met een overtuigend funkende ritmesectie en een ouderwets warm geluid - producer Rick de Leeuw van de Tröckener Kecks zat op de stoel die Thé Lau doorgaans bij de Kecks inneemt - levert dat een plaat op die als voorbeeld kan dienen hoe muziek Nederlands kan klinken, zonder de Anglo-Amerikaanse poptraditie te verloochenen. Zo is 'Rigoreus' een soulballade van de eerste orde, herinnert 'Geloof' aan het feit dat rock & roll oorspronkelijk werd gezongen met het vuur van de gospel en ontmoeten James Brown en De Div elkaar in het hoekige funknummer 'Wereld'. Alleen in de meest-soulgeoriënteerde nummers vormt de neuzelige leadzang een zwakke schakel. Wat niet wegneemt dat 'Blauw' een Néderlands goede plaat is, die ditmaal geen liedje van Madonna nodig heeft om de aandacht vast te houden.