The Scene - Code (2012)The Scene - Code (2012)

1. Echt.
2. Overal.
3. Water En Vuur.
4. Hel.
5. Code.
6. Stip.
7. Drink.
8. Dier.
9. En Dan.
10. Mooi.
+ Waar Mensen Wonen.

ECHT

In spanning nader ik je lichaam
op de muur zakt mijn schaduw weg
Ik nader je lichaam als een dichter
die zijn woorden is verloren en niets zegt

Mezelf geef ik hier op, en mijn religie
Als ik nu duik kom ik er nooit uit
Vaarwel naar mijn verstand en mijn ambitie
welkom voor mijn levenslange bruid

Misschien wordt het een visioen, misschien een boze droom
wie weet wat het eind is als het pleit zal zijn beslecht
Dit is echt

Fluister fluister fluister lieverd fluister
je woordenloze klanken in mijn oor
O ik luister graag naar je gefluister
't Is de muziek die ik het liefste hoor


OVERAL

Wat je niet wilt voelen kruipt onder je huid
lacht achter je rug
duwt je van de brug
komt er moeizaam uit
Wat je niet wilt voelen ah, je voelt het al
voel je overal

Wat je niet wilt voelen sluimert in je brein
sluipt rond je bed
stuit op je verzet
doet het meeste pijn

Het is de radeloze schaamte na een dronken avontuur
het gevoel alsof je ziel zelf door de wereld wordt begluurd
je ziel die door de baarlijke duivel wordt bestuurd
terwijl je lichaam door de maanverlichte straten wordt gesleurd
je hand tast naar de sleutel maar schramt zich aan de deur
De klauw van paranoia sleept je naar het diepste dal


WATER EN VUUR

Niets voelt ooit alsof het eeuwig duurt
Is elke mens een slapende vulkaan?
In alle drukte moeilijk te verstaan
En het meest van de tijd van buitenaf bestuurd

Het is water en vuur ¬
het is dag en nacht
Het huilt en het lacht
het is de natuur

Mijn lach verbergt een altijd smeulend vuur
mijn glimlach is de glimlach van de clown:
van buiten vrolijk maar van binnen down
Niets voelt ooit alsof het eeuwig duurt

Ik en mezelf – mezelf en ik
Ooit was het zo puur
Ik ken mezelf – mezelf en ik
Nu is het water en vuur


HEL

Als iedereen zocht ik het vuur
als iedereen vond ik de hel
Die was niet van lange duur
nauwelijks langer dan een tel

Dan nog een tel en nog een uur
een dronken zoektocht naar genot
totaal de weg kwijt, los van het stuur
tot slot verzadigd en kapot

De hel is de hemel
de hemel is de hel
De hemel is wijdopen
de hel bezit een poort

De hemel is de zomer
door geen bliksemschicht gestoord
De hel is de hemel
voor de meesters van het spel

Als heel het dorp zocht ik het licht
maar vond ik in de duisternis
een kort, morsig straatgedicht
waarvan de laatste regel is


CODE

“The alternative is to push the button, just to kill them all.
If they don’t learn, kill them.”

Ik zweer het je – ik droomde van een bom
die niemand doodde
De nacht was al gevallen, de lucht was al donker
Opeens was er een flits
En in die flits zag ik een code – de code van de wereld
de code van de wereld
waarvan ik al mijn hele leven wist

Ik zag hoe haat zich zaait
vermomd als naastenliefde
hoe waardigheid zich van zichzelf berooft
hoe een kind zijn ouders neermaait
en een giftige doctrine
al moordend de heilstaat belooft
waar de leugen waarheid is
de waarheid een leugen
gevangen in blindheid en verdoofd
door het suizen van de auto's
het tikken van de bommen
en uiteindelijk de dood van het geloof

Ik zag duizend vlaggen zwaaien
in de mist tussen de huizen
de kille ogen van de leider aan het hoofd
die met een enkel handgebaar
duizend vuren op doet laaien
en heel de wereld roostert en stooft
Ik zag ook de apotheose
het eind van de psychose
de vreugde en de tranen van geluk
de nieuwe wind die zal gaan waaien
als de leider is gevallen
zijn kille ogen in hun kassen teruggedrukt


STIP

Langs de stippelijn toch de weg weer kwijt
Veels te laat en toch stipt op tijd
een spit het feit tot het hipper lijkt
ik tik het woord en ik denk de clip erbij
En dan klikken zij, zijn er als de kippen bij
Rooie stippen op je rug zo mikken zij
messen scherp vieze spuiten: prikken zij
Waar kan je nog van schrikken in de maatschappij

Een lache trip werd een zwarte stip
zo in het zwarte gat wie valt er hard als ik
Zie het paradijs verkleinen ik tuimel
Een donker bos ik strooi m'n broodkruimels
Als Hans en Grietje maar Frans z'n liedje
dwingt me steeds om een kant te kiezen
Ik swing mee en dan balans verlies
Drink met de Scene tot de banden vriezen

Ik zie een stip
een zwarte stip
in helwit licht, een zwarte stip
die me nadert uit de ruimte

Ben jij dat
die zwarte stip in helwit licht
die me nadert uit de ruimte

Ben ik het zelf
in helwit licht
die me nadert uit de ruimte?

En alles wat zo licht was
lijkt nu opeens zo zwaar


DRINK

Dromen van de Gouden Eeuw
is bidden tot een dove god
leunen op een loden leeuw
een gok met een verlopen lot

Dromen van de Gouden Eeuw
en de triomfen van het oude volk
Het is leunen op een loden leeuw
het is stilstaan waar het kolkt

Drink de tijd
Drink het nu, drink het hier
Drink de pijn en het plezier
Drink de tijd
Drink de dag, drink de nacht
Drink de eeuwigheid

Maar je drinkt niet en je houdt je stil
Ben je opeens een chauvinist?
Vergeten wat hij wil, vergeten wie hij is

<em>En wie meedrinkt wordt genoemd en wie meedrinkt wordt beroemd</em>
<em>zijn naam wordt opgeschreven,en wie meedrinkt kiest voor leven</em>


DIER

Raak me, kraak me, onbewaak me
Doe wat jij alleen kan doen en laat me leven
Sex me, fix me, alles of niks me
Doe wat je het beste doet en laat me leven
Ruk me, kruk me, ongeluk me
Pik me, stik me, ongelik me

Heg noch steg me, onderweg me
Hak me, krak me, ongemak me
Schroei me, keer me, desinfecteer me
Breek me, kweek me, oversteek me

Hier ben ik wie ik moet zijn
<em>Hier kan ik mezelf kan ik mezelf kan ik mezelf zijn</em>
Hier ben ik wie ik echt ben
Hier ben ik voorbestemd
Hier ben ik een dier

Het beest in de struiken rukt aan zijn ketting
ruikt wilde meidentijden
is zat van de bezetting
het snakt naar de bevrijding


EN DAN

De muziek is mooi maar amper hoorbaar
want een stoorzender is aangezet
de muziek is nieuw en onomkeerbaar
van verre zingend naast me in mijn bed

Hoe meer de zender kraakt, hoe meer hij mij zal raken
hoe meer de speaker kraakt, hoe meer mijn hart verzacht
en dan – helder voor een tel – de klank van alle nachten
en dan – hoorbaar in de ruis – de song van mijn gedachten

De muziek is mooi en onvoorspelbaar
grillig ritme dat je hart beheerst
de muziek is mooi en vreemd als leven
van al mijn helden heb ik dit geleerd


MOOI

De lucht ziet rood, de aarde blinkt
met bloed besmeurd, door vuur omringd
De dood komt dichter bij me staan
Ik zal hier met de stad vergaan

Het wereldwrak zinkt verder weg
Mooi

Verstrengeld in mijn rode haar
vond ik een takje groen vandaag
Ik hield het even in mijn hand –
het vuur heeft het toen ook verbrand

De vogels vliegen van de aarde weg
op zoek naar meer en beter, van de aarde weg


WAAR MENSEN WONEN

Vonkenregens spatten van de blokken op de wapperende handen bij het flakkerende vuur dat tegen oostenwind in woedt. 't Is daar het noorden - ander weer, een ander uur - geen plaats daar voor kleine zorgen, geen tijd voor schijnheiligheid, harde dagelijkse strijd verspert de blik op morgen, barre eenzaamheid, de hardste mannen jagen buiten in hun vacht in weer en wind en bij het licht van zuster maan - oude buren werden rovers en je moet er achteraan, het is daar God en het bestaan in vormeloze hutten waar hulpeloze vaders babydochters verwelkomen en waar vrouwen zonen baren, zonder dokter, zonder morren. Men ontvangt daar nooit bezoek of 't is een team van de VN, haast onmiddellijk gevolgd door een ploeg van CNN - het is daar een ander uur in de historie en het leven meestal niet van lange duur
Waar wensen wonen

Maar in de schemer sidderen de warme handen
in de schemer de verliefde jonge blik
in de schemer tast de tong op jonge tanden
in het schemerlicht

Meer naar het zuiden heersen hitte en het zand van de woestijn - een oude vorst van kwade faam. Het is daar droog en heet, elk voorwerp heeft nog steeds zijn eigen naam, zijn oude naam: de kookpot en de kussens, die soms zetel zijn soms bed - een fles cola, de tv. Stromend water is er niet en striemend brandt de hete zon - want waar kwamen ze vandaan? Van een land meer naar het noorden dat door oorlog werd geteisterd en door honger werd geveld - land waarvan de naam heet opwelt in de tranen voor degenen die gedood zijn of in de hoge golven zijn verdwenen - naam die opwelt in de tranen van degenen die het haalden over heel de ruige zee tot aan dit droge hete land waar het welkom minder warm was dan ze hadden mogen hopen na al die dagen varen en al die dagen lopen